Mediawijs in 
het (voortgezet)
speciaal 
onderwijs!

Mediawijs in het (voortgezet) speciaal onderwijs!

Inleiding

Leerlingen in het speciaal onderwijs zijn een vergeten groep als het gaat om digitale geletterdheid. Vaak blijken deze jongeren kwetsbaar te zijn op internet. Zo zijn leerlingen met een licht verstandelijke beperking (LVB) bijvoorbeeld vaker slachtoffer van cyberpesten, manipulaties en seksueelmisbruik via (sociale) media dan andere jongeren. (Bron: Kennisnet. 'Mediawijsheid voor leerlingen met een licht verstandelijke beperking")


Je kunt hen echter niet weghouden van digitale en sociale media. Sterker nog, media zijn niet meer weg te denken uit hun leven. Want wie wil er niet filmpjes kijken, muziek luisteren, spelletjes spelen en met vrienden appen? Hoe krijg je het bewustzijn van de risico’s, maar vooral ook het zien van de kansen in de vezels van deze jongeren? 


Ondanks het beperkte aanbod voor deze speciale doelgroep hopen we je met deze doorgaande lijn op weg te helpen, zodat jij samen met jouw leerlingen aan de slag kunt met digitale geletterdheid. 

DEEL DEZE PUBLICATIE

Digitale geletterdheid en mediawijsheid

SLO en Kennisnet ontwikkelden begin 2016 een model van de 21-eeuwse vaardigheden. Dit model omschrijft elf vaardigheden die leerlingen in hun latere leven nodig hebben. En die ze zich in het onderwijs eigen moeten maken. Vier van deze vaardigheden vormen samen digitale geletterdheid.

  • ICT-basisvaardigheden
    kennis hebben van standaard software en veilig kunnen internetten.

  • Informatievaardigheden
    leren hoe je informatie moet zoeken, selecteren, verwerken en gebruiken.

  • Mediawijsheid
    bewust, kritisch en actief omgaan met media.

  • Computational thinking
    strategieën en denkvaardigheden die helpen om problemen op te lossen met behulp van computertechnologie. 

Het gaat bij digitale geletterdheid altijd om de samenhang van deze digitale vaardigheden.

Mediawijsheid

In deze doorgaande leerlijn wordt ingezoomd op mediawijsheid als onderdeel van digitale geletterdheid. Mediawijsheid hoort bij de opvoeding van jongeren; zowel thuis als op school moet er aandacht zijn voor dit onderwerp. Deze doorgaande lijn mediawijsheid is een praktisch hulpmiddel en een rode draad voor leerkrachten om met het thema aan de slag te gaan in het (v)so.

Stap voor stap wordt uitgelegd:

  • wat mediawijsheid is;
  • welke competenties en kerndoelen aan de orde zijn;
  • welke stappen doorlopen kunnen worden om tot een visie op mediawijsheid te komen;
  • welke activiteiten je binnen de school kunt uitvoeren.

Het doel van een doorgaande lijn mediawijsheid is om het mediabewustzijn en mediavaardig zijn te ontwikkelen bij kinderen, leerkrachten en ouders. Hiervoor zijn kennis over media, over de ontwikkeling van de leerlingen en kennis over inbedding van het aanbod noodzakelijk.

Wat is mediawijsheid?

Mediawijsheid is een breed begrip. Het gaat om het bewust en actief inzetten van alle beschikbare media - digitaal en analoog - om de kwaliteit van het eigen leven te vergroten én ervoor te zorgen dat je optimaal kunt deelnemen aan de wereld om je heen. Bij mediawijsheid gaat het niet alleen om technische vaardigheden, maar vooral om competenties als het beoordelen van informatie, begrip, zelfinzicht (reflectie) en het vermogen om mediaproblemen zelfstandig op te lossen of nieuwe creatieve toepassingen te ontwikkelen.

(Bron: Raad voor Cultuur, Mediawijsheid: de ontwikkeling van nieuw burgerschap).

Leerlijn digitale geletterdheid SO/VSO

In 2012 ontwikkelde Mediawijzer.net het Competentiemodel Mediawijsheid. Het competentiemodel is een vertaling van de definitie van mediawijsheid tot een toegankelijk model. Dit model bestaat uit tien competenties. Deze competenties zijn onderverdeeld in vier hoofdgroepen: begrip, gebruik, communicatie en strategie.
Een competentie heeft drie componenten: kennis, vaardigheden en houding; bij elk van de mediawijsheidcompetenties zijn deze drie componenten in meer of mindere mate aanwezig. 

In de leerlijn Digitale geletterdheid SO/VSO zijn deze tien competenties vertaald naar zestien niveaus die in het speciaal onderwijs worden gehanteerd. De leerdoelen in de leerlijn zijn geordend op kerndoel, op niveau en in lijn met de opbouw van de doelen in vakoverstijgende leerlijnen.

De leerlijnen Sociaal emotionele vorming (CED= Centrum Educatieve Dienstverlening), Seksuele vorming (CED), Denken als een programmeur (CED) en de leerlijn Multimedia (de Onderwijsspecialisten) zijn het uitgangspunt geweest voor het opstellen van de leerlijn Digitale geletterdheid.  De nummering achter de leerdoelen in de leerlijn verwijzen naar het competentiemodel van Mediawijzer.net.

  van
kwetsbaar
  naar
weerbaar

“In het (voortgezet) speciaal onderwijs is mediawijsheid iets wat veel extra aandacht verdient. Leerkrachten staan voor de uitdaging om media op een goede manier in te zetten in de klas. Dat is niet vanzelfsprekend, want het is niet eenvoudig om te interpreteren wat een kind nou precies doet met een app en welke probleemoplossingsstrategieën een kind toepast. Wanneer leren ze daar nou echt wat van? Waarom zet je digitale middelen in, wanneer wel en wanneer niet, en hoe houd je in de gaten wat de voortgang is?”

(Bron: Bureau Jeugd & Media).

Mediagebruik in het (v)so

Psycholoog Peter Nikken is specialist op het gebied van jeugd, media en mediaopvoeding en onderzocht welke media jongeren gebruiken en waarom deze worden ingezet. Dit onderzoek is uitgevoerd door het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) en De Onderwijsspecialisten (25 scholen voor speciaal onderwijs in de regio’s Veluwe, Arnhem en de Achterhoek). Middels vragenlijsten zijn professionals in de zorg en het onderwijs bevraagd om zichzelf en hun leerlingen te scoren op mediavaardigheden en gedrag. 

Gebruik media-apparaten door jongeren

 Uit het onderzoek blijkt dat kinderen in het (v)so en in het reguliere onderwijs de tablet, mobiel, televisie en gameconsole ongeveer evenveel gebruiken. Er zijn geen significante verschillen waarneembaar in het gebruik van media-apparaten. Dat benadrukt dat jongeren in het (v)so met dezelfde media in aanraking komen als hun leeftijdsgenoten.

Motieven inzet digitale toepassingen

Als we vervolgens kijken met welke motieven leerkrachten in het (v)so media inzetten, dan blijkt het volgende: 

Voor leerkrachten in het (v)so moeten digitale middelen vooral de ontwikkeling van leerlingen stimuleren. Dit wijkt niet af van de motieven van leerkrachten in het regulier onderwijs. Ook zij zetten digitale toepassingen in om de ontwikkeling van leerlingen te stimuleren. Toch is er een aanzienlijk verschil. Volgens het onderzoek ervaren veel leerkrachten in het (v)so mediagebruik als problematisch. 

Problemen rondom mediagebruik

Aanleiding voor het onderzoek zijn de groeiende signalen uit de jeugdsector en het onderwijs dat jongeren met een beperking meer moeite hebben met mediawijsheid. Leerlingen met een beperking en hun begeleiders ervaren problemen rond mediagebruik. Met name de tijd die leerlingen online doorbrengen en het begrip van online teksten wordt als problematisch ervaren. 

“Kinderen met een beperking en hun begeleiders ervaren veel problemen rond mediagebruik. Overmatig gamen, weinig begrip van mediagebruik, cyberpesten, contact met wildvreemden of seksueel getinte filmpjes sturen wordt veel genoemd." 

(Bron: Peter Nikken, onderzoeker bij het NJi).

Maar liefst zestig procent van de respondenten observeert overmatig mediagebruik bij de doelgroep. Daarnaast geeft ongeveer de helft van alle respondenten aan dat kinderen met een beperking media niet goed begrijpen en ongeveer een derde te maken krijgt met ongewenst gedrag. Die percentages liggen volgens Peter Nikken veel hoger dan in onderzoek bij jongeren in het regulier onderwijs. "Dit onderzoek is een wake-up call over het mediagebruik van kinderen met een beperking", vindt Remco Pijpers, expert op het gebied van digitale geletterdheid bij Kennisnet en auteur van Sociale Media in het Speciaal Onderwijs. 

Eén van de problemen is dat de taal van media vaak een struikelblok vormt voor de leerlingen van (v)so. Het goed en op tijd kunnen interpreteren van beelden en teksten in films, series, op het nieuws, via social media of games is lastig. Een extra handicap van online contact is, dat ‘de ander’ op afstand zit. Hierdoor missen de leerlingen allerlei signalen die je in een gewoon gesprek wel hebt (gezichtsuitdrukkingen, aanwijzingen met handgebaren en stembuigingen). Dat kan voor volwassenen al lastig zijn, laat staan hoe dat voor kinderen in het speciaal onderwijs is. Bovendien laten deze kinderen door hun eigen online gedrag en taalgebruik hun kwetsbaarheid ook zien. Hierdoor lopen ze extra risico op allerlei vormen van misbruik door mensen die op zoek zijn naar kwetsbare slachtoffers. Het is dan ook belangrijk dat school en ouders de kinderen hierin begeleiden.

‘'Goed en veilig leren omgaan met media in de klas is dus heel hard nodig, maar ook wat leerlingen daarbuiten doen en zien moet heel bewust en structureel worden begeleid. Op school én thuis. Het begint eigenlijk vaak al in het busje op weg naar huis… Maar laten we eerlijk zijn: ook de begeleiding van ouders vraagt veel aandacht van school in dit geval. Lang niet alle ouders zijn in staat om thuis actief aan mediaopvoeding te doen, zonder dat ze daar door school in worden ondersteund. School en ouders hebben elkaar nodig.’'

(Bron: Bureau Jeugd & Media)

Onbekend maakt onbemind

Leerkrachten spelen dus een belangrijke rol in de mediaopvoeding van kinderen in het (v)so. Toch weten zij vaak niet goed waar ze informatie kunnen vinden en hoe ze deze digitale leermiddelen effectief kunnen inzetten. In het speciaal onderwijs is het voor leerkrachten een hele uitdaging om lesmateriaal over digitale geletterdheid te vinden. Anja van den Berg, coördinator Leerlijnen bij De Onderwijsspecialisten licht toe: "Op dit moment is het lesmateriaal versnipperd en niet eenduidig. Leraren maken jaarlijks opnieuw zelf materiaal waardoor het niet op één plek vindbaar is voor de hele sector." 

Daarom dienden De Onderwijsspecialisten een versnellingsvraag in: dit is een vraagstuk met de ontwikkeling en implementatie van ICT waar schoolbesturen tegenaan lopen. Met ondersteuning van Kennisnet en de PO-Raad kwamen ze tot de oplossing: een Wikiwijs-pagina als verzamelplaats voor leermateriaal digitale geletterdheid in het speciaal onderwijs.

Maar niet alleen het vinden van passend digitaal lesmateriaal is een probleem. Ook willen leerkrachten meer informatie en begeleiding over de thema’s van mediawijsheid, blijkt uit het NJi-onderzoek. Er is op school kortom niet altijd voldoende kennis aanwezig over mediawijsheid.

Het gebrek aan kennis resulteert in het feit dat er een grotere groep leerkrachten volgens het NJi-onderzoek niet overtuigd is dat media (v)so-leerlingen helpen bij weten wat er in de samenleving speelt. Ook zijn lang niet alle leerkrachten overtuigd van het feit dat dankzij media leerlingen makkelijker contact met elkaar onderhouden. 

Weerbaar
 omgaan met media

In het speciaal onderwijs is structurele aandacht voor mediawijsheid dus noodzaak. Maar hoe zorg je er dan voor dat de leerlingen en leerkrachten goed leren omgaan met media? Volgens Peter Nikken moet de nadruk liggen op de mogelijkheden en het plezier die media bieden. 


"Juist kinderen met een beperking kunnen zoveel voordeel en plezier hebben van digitale middelen, als we hen en hun begeleiders maar leren ermee om te gaan."

Het is belangrijk dat je als leerkracht kijkt naar de wijze waarop leerlingen gebruik maken van media. Ga het gesprek met ze aan. Waar praten zij over en wat houdt hen bezig? Geef leerlingen kortom het gevoel dat ze worden gehoord. De gesprekskaarten van Gewoon Mediawijzer bieden bijvoorbeeld een mooie basis om een gesprek in de klas te voeren over media. Voordat je het gesprek begint, is het belangrijk dat je aangeeft wat de aard en het doel van het gesprek is. Benadruk herhaaldelijk en duidelijk dat je de mening van de klas wilt weten over het onderwerp. Er zijn geen goede of foute antwoorden; je wilt meer weten over ervaringen met en ideeën over het gespreksonderwerp.


Digitale media bieden heel veel mogelijkheden voor leerlingen in het (v)so. Hun beperking is online niet zichtbaar voor anderen en met de goede begeleiding kunnen ze even rustig nadenken voordat ze online reageren. Media geven leerlingen in het speciaal onderwijs de kans om mee te doen in de maatschappij.

Wat kun jij      doen als leerkracht?

1. Verdiep je in de voorkeuren van jouw leerlingen

Verdiep je in de voorkeuren van jouw leerlingen

Ga bij jouw leerlingen na wat ze eigenlijk leuk vinden om te doen. Bijvoorbeeld door de gesprekskaarten in te zetten. Dit is een goede manier om het mediagebruik van de leerlingen in jouw klas in kaart te brengen. Praten over media is belangrijk voor begrip en besef. Vraag dus op maandagochtend niet alleen naar hun weekend, maar ook altijd: ‘Hoe was het op internet?’. Mochten er nare ervaringen zijn opgedaan dan kunnen deze klassikaal besproken worden. Dit leidt ertoe dat leerlingen kunnen leren van elkaars fouten. Bovendien raken de leerlingen zo gewend om te praten over de digitale wereld. Wanneer zij in het vervolg iets vervelends meemaken, zullen zij dit eerder melden. Los van het praten over media kun je ook bepaalde situaties bespreken door middel van rollenspelen.  

2. Wees concreet en duidelijk

Wees concreet en duidelijk
(ook in het aanbod van middelen)

Leerlingen in het speciaal onderwijs hebben een duidelijke instructie en begeleiding nodig. Houd hierbij rekening met het verschil tussen jou als begeleider/leerkracht en de jongere. Wat voor jou vanzelfsprekend is geldt niet voor de leerlingen. Verdeel een opdracht in afgebakende stappen. Dus als het doel van jouw les is om leerlingen kritisch informatie te leren beoordelen, dan zou een afgebakende eerste stap zijn om eerst uit te leggen wat een bron is en hoe je kunt controleren of die betrouwbaar is. Begeleid de leerlingen stap voor stap in het aanbieden van mediawijsheid. En zorg ervoor dat de materialen en tools die je wilt gebruiken beschikbaar zijn en passen bij de doelgroep, zodat er sprake is van effectiviteit. Voor effectieve middelen/ tools zie producten en activiteiten in bijlage.

3. Herhaal, doe voor en varieer

Herhaal, doe voor en varieer

Een belangrijke stap is om bepaalde vaardigheden vaker te herhalen en zelf als leerkracht deze vaardigheden voor te doen. Het is dus belangrijk dat jij ook digitaal geletterd bent. Daarnaast moet het aanbod visueel en interactief zijn. Gebruik bijvoorbeeld filmpjes met keuzemomenten erin. Bespreek de keuzemomenten met de klas en geef aan wat de juiste keuze is. Laat vervolgens de filmpjes opnieuw zien. De leerlingen vinden het nu makkelijker zelf de juiste keuze te maken. Zij hebben immers het filmpje en jouw handelingen al een keer gezien. Andere voorbeelden zijn een gedeelte voorlezen uit een leesboek en middels een voorlichtingsfilm onderwerpen bespreekbaar maken. Verschillende werkvormen gebruiken om hetzelfde onderwerp/thema bespreekbaar te maken is raadzaam. Variatie is verstandig als je een onderwerp/thema wilt herhalen.

4. Leg de link met de offline wereld

Leg de link met de offline wereld

Leg de leerlingen uit dat er online regels gelden net zoals dat offline het geval is. Het uitschelden van anderen en ruzie maken doe je niet. Dus bespreek met de leerlingen dat dit online ook niet acceptabel is. Dit geldt ook voor het laten zien van blootfoto’s. Ook deze foto’s laten de leerlingen niet aan iedereen zien. Geef aan dat deze foto’s online echter wel door iedereen kunnen worden bekeken. Wat je wel en niet kunt zeggen in online communicatie, moet geleerd worden. Door te praten over privacy of over omgangsvormen bijvoorbeeld. Zowel in de off- als online wereld.

5. Wees online een rolmodel

Wees online een rolmodel

Er is weinig lesaanbod voor het mediawijs maken van leerlingen in het speciaal onderwijs. Veel hangt af van de belangstelling die een leerkracht zelf voor media heeft. Leerlingen begeleiden in hun internetgedrag gebeurt weinig. Toch is de rol van leerkrachten belangrijk. Voor de leerlingen is het belangrijk dat ze op een volwassenen kunnen vertrouwen. De invloed van de leerkracht is groot. Ze zijn een belangrijk rolmodel. Maar je moet als leerkracht eerst goed bij jezelf te rade gaan. Wat doe ik zelf online? Zorg ervoor dat je weet wat er speelt. Wees eerlijk, ook als je zelf dingen lastig vindt.

Mediawijsheid in de breedte op school

Belangrijk is dat de hele school en directie achter deze visie staan. Vandaar dat het goed is om het hele schoolteam te laten meedenken.

John Doe

(Bron: Cubiss Eigenwijs...? Mediawijs...!)

De implementatie van een doorgaande lijn mediawijsheid is een complexe onderwijskundige verandering. Daarom is het belangrijk dat de directie overtuigd is van het belang van mediawijsheid op de school. Daarnaast moet er draagkracht zijn bij de leerkrachten, zodat de invoering zowel bottom-up als top-down plaats vindt. Een expert mediawijsheid of mediacoach gaat voor de implementatie van mediawijsheid op school meestal in gesprek met de directeur en de ICT-coördinator van de school. De ICT-coördinator is vaak een goede gesprekspartner, omdat uit ervaring blijkt dat hij/ zij de meeste affiniteit heeft met nieuwe ontwikkelingen op het gebied van ICT en mediawijsheid. Het doel van beide partijen is uiteindelijk te komen tot een structurele aanpak van mediawijsheid binnen de school. Om dit doel te bereiken doorloopt de school samen  een aantal stappen die uiteindelijk leiden tot de basis van een doorgaande lijn mediawijsheid. Als de basis er ligt, kan de doorgaande lijn mediawijsheid verder vormgegeven worden.

Let op: dit is maatwerk per school en sterk afhankelijk van de wensen en behoeften die de school heeft. Het doorlopen van de stappen vergt voor zowel de school als de mediacoach tijd. De meeste scholen gebruiken studiedagen of studie-uren om met dit onderwerp aan de slag te gaan, omdat dan het hele team compleet is.

Stappenplan

Door mediawijsheid een vaste plek in het onderwijs te geven, zorgen we ervoor dat leerlingen hun kansen in de digitale wereld optimaal benutten. Zo worden ze uiteindelijk zelfredzame burgers die kritisch en actief mee kunnen doen in de samenleving. Maar hoe pak je dat aan?

Allereerst is het belangrijk om de juiste route uit te stippelen. Deze route bestaat uit vijf bouwstenen die met elkaar in verbinding staan. Als startpunt is het belangrijk om te kijken waar jouw school op dit moment staat. Inventariseer per bouwsteen wat jouw school al doet. Dan zie je vanzelf waar het zwaartepunt ligt en waar je nog aan moet werken. Bepaal vervolgens je einddoel.

Visie & Beleid

Een visie op mediawijsheid geeft aan wat je doel is op de lange termijn. Het is een kijk op de wereld van nu en de kansen in de toekomst. Uit een visie volgt beleid. Hierin staat welke stappen gezet moeten worden om de doelen uit de visie te bereiken. Zorg er dus voor dat er een duidelijke visie op mediawijsheid in het schoolplan staat en dat daar ook beleid aan gekoppeld is.


Ter inspiratie: 

- Om tot een visie te komen kun je samen met je team het visiespel ‘Slim met Media’ spelen

- Vragen die gesteld kunnen worden om tot een visie te komen open je hier

Informatie & Inspiratie

Om onderwijsorganisaties en professionals in beweging te krijgen, is de juiste informatie en inspiratie nodig. Leerkrachten hebben de juiste kennis nodig die ze weer kunnen inzetten in de praktijk.


Ter inspiratie:

 - Website: Slim, Verstandig en Handig met Media

- Doorlopende leerlijn: Gewoon Mediawijzer in het speciaal onderwijs

Professionalisering

De sterk veranderende mediarijke samenleving stelt nieuwe eisen aan onderwijsprofessionals. Mogelijk hebben leerkrachten behoefte aan bij- of nascholing.


Ter inspiratie: 

- Boek: Sociale media in het speciaal onderwijs

- Een landelijk netwerk van en voor professionals in het speciaal onderwijs: gewoonspeciaalict.nl

Producten & Activiteiten

Om in de lespraktijk concreet invulling te geven aan mediawijsheid zet je producten en activiteiten in. Wat kun je doen om het keuzeproces van leermiddelen goed en bewust in te richten, zodat leerlingen aan de slag kunnen met passend materiaal? De Onderwijsspecialisten hebben een verzamelplaats ontwikkeld voor digitale geletterdheid in het (voorgezet) speciaal onderwijs met materiaal passend bij de doelgroep.

De selectie voor producten en activiteiten is gemaakt met behulp van onderstaande criteria.

• Is de les (het product) afgestemd op de alledaagse situatie/omgeving (context) van de doelgroep? 

• Wordt er geleerd vanuit de belevingswereld van de doelgroep?

• Levert de les (het product) een concreet resultaat op?

• Wordt er tijdens de les - al dan niet tussentijds - gereflecteerd op wat er is gedaan? 

• Gaat de les (het product) uit van de positieve kant van digitale geletterdheid?

De onderstaande criteria hebben wij opgesteld in het kader van Wikiwijs Digitale geletterdheid Speciaal Onderwijs. Hierbij is rekening gehouden met de behoeften van de volgende uitstroombestemmingen binnen het speciaal onderwijs:

  • Arbeid

    • Duidelijk afgebakend thema 
    • Herhalen - belang van herhalen benadrukken
    • Begrijpelijke taal 
    • Niet te veel informatie op pagina
    • Tekst: korte/eenvoudige zinnen
    • Concrete uitleg/instructie incl. herhaling
    • Beginnend reflecteren op het onderwerp
    • Logische opbouw (onderwerpen, stappenplan (kleine stapjes), opbouw lessen)

  • Dagbesteding

    • Beeldondersteuning (picto’s, afbeeldingen, letterlijke illustraties)
    • Duidelijk afgebakend thema
    • Herhalen – belang van herhalen benadrukken
    • Begrijpelijke taal
    • Niet te veel informatie op pagina
    • Tekst: korte/eenvoudige zinnen
    • Concrete uitleg/instructie incl. herhaling
    • Logische opbouw (onderwerpen, stappenplan (kleine stapjes), opbouw lessen)
    • Spraakondersteuning
    • Korte lessen (aandacht) 
    • Actieve werkvormen: spellen, doe-activiteiten

Ter inspiratie: 

We hebben een aantal van deze materialen gewaardeerd op basis van de eerdergenoemde criteria.

- Zie de bijlages

Monitoring

Het monitoren en evalueren van alle inspanningen rondom mediawijsheid maakt resultaten inzichtelijk. Dit zorgt ervoor dat activiteiten waar nodig kunnen worden bijgestuurd en aangescherpt.


Ter inspiratie:

- Mediawijsheid Meter

Vragen die gesteld kunnen worden om tot een visie te komen. 

Waarom vind je mediawijsheid belangrijk op jouw school?

Hoe zou jij mediawijsheid het liefst zien op jouw school?
Bijvoorbeeld: geïntegreerd in alle vakken, methode vervangend, als apart vak of af en toe als onderdeel van de les?

Bekijk de afbeelding hieronder. Welke competenties (begrip, gebruik, communicatie, strategie) vind je belangrijk? 

Welke competenties ontbreken bij leerlingen?

Welke competenties ontbreken bij leerkrachten? 

Wat is volgens jou de rol van de school op het gebied van mediawijsheid? 

Denk ook na over onderdelen die misschien niet bij de rol van de school horen. 

Voor welke doelgroep(en) wil je iets aan mediawijsheid doen op je school?
Doelgroepen: directie, leerkrachten, leerlingen, ouders.

Wat is de doelstelling die je voor de betreffende doelgroep wilt bereiken? Bedenk voor elke doelgroep een activiteit die aan de doelstelling voldoet.

Tips

Rapport van Kennisnet over jongeren met een licht verstandelijke beperking (LVB) en de risico’s van sociale media.

In de leerlijn seksuele vorming zijn de wettelijk verplichte kerndoelen vertaald naar lesdoelen voor leerlingen in het (voortgezet) speciaal onderwijs. De leerlijn bestaat uit vijf thema’s, waaronder (online) seksueel gedrag en weerbaarheid gericht op leerlingen in het (v)so en voor leerlingen met verstandelijke beperkingen (ZML). Kijk op: www.seksuelevorming.nl.

Leerlingen met een licht verstandelijke beperking (LVB-leerlingen) lopen online meer risico. Toch kunnen sociale media hen ook veel plezier en gemak bezorgen. Dat is in het kort de strekking van de brochure: ‘Mediawijsheid voor leerlingen met een licht verstandelijke beperking’.

MediaNest is een website voor ouders over mediaopvoeding. Het deel ‘Bijzonder digitaal’ is gericht op kinderen met een beperking.

Twaalf kant-en-klare lessen over het omgaan met sociale media in het (voortgezet) speciaal onderwijs: socialemediainhetso

Bijlage 1: Mediajungle

  • Doelgroep: Vanaf 10 jaar
  • Omschrijving: De Mediajungle is een bordspel in combinatie met een (web)app waarmee de spelers aan de hand van filmpjes, doe- en discussieopdrachten in gesprek gaan over mediagebruik.
  • Handleiding docent: ja
  • Lesbrief leerlingen: nee
  • Thema: social media, veilig internetten, cyberpesten, seksualiteit, echt/onecht
  • Vaardigheden: mw 
  • Kosten: € 89,- 

+CONTEXT

+BELEVINGSWERELD

+RESULTAAT

+REFLECTIE

+KANSEN

Bijlage 2:
Kieswijzer producten en lessen

Leerlingen in het speciaal onderwijs zijn vaak een vergeten groep als het gaat om digitale geletterdheid. Ook deze kinderen en jongeren blijken kwetsbaar te zijn op internet. Zo zijn zij vaker slachtoffer van cyberpesten, manipulaties en seksueel misbruik via sociale media dan andere jongeren. Je kunt hen echter niet weghouden van (sociale) media. Sterker nog, media zijn niet meer weg te denken uit hun leven. Want wie wil er niet filmpjes kijken, muziek luisteren, spelletjes spelen, en met vrienden chatten?

Doorlopende lijn mediawijsheid

Cubiss heeft in opdracht van de provincie Noord-Brabant en in samenwerking met de Brabantse bibliotheken en het onderwijs de doorlopende lijnen Mediawijsheid ontwikkeld. Bekijk de publicaties:

Samen wijs met media!

Hoe om te gaan met mediawijsheid bij de allerkleinsten.

Leven Lang Mediawijs

Samen aan de slag met mediawijsheid, als onderdeel van digitale geletterdheid.

Levenswijs Mediawijs

Samen aan de slag met mediawijsheid in het mbo.

Mediawijsheid op de pabo

Aandacht voor de media voor en door de leerkracht.

Eigenwijs..? Mediawijs..!

Aanpak om mediawijsheid te implementeren in het primair onderwijs.


Colofon

Deze publicatie is een initiatief vanuit het project Vergroten Mediawijsheid dat Cubiss uitvoert in
opdracht van de provincie Noord-Brabant. 


Auteurs: Cubiss Brabant

Concept, creatie & techniek: soul.builders - Eindhoven

DEEL DEZE PUBLICATIE

Mede mogelijk gemaakt door Provincie Noord-Brabant. Versie augustus 2019

Cubiss - Iedereen Doet Mee!